Gedragscode

Preventief beleid
De opstelling van deze gedragscode is bedoeld als een vorm van preventief beleid. Preventie van seksuele intimidatie, agressie, geweld, discriminatie, vandalisme en diefstal als onderdeel van de totale zorg voor de bezoekers en het personeel, dat zichtbaar is in het:

* bekend maken van deze code;
* houden van toezicht op de naleving van de gedragscode;
* vragen van een verklaring omtrent gedrag (VOG) van het agogisch personeel van Scwo en wegnemen of verminderen van risico’s met betrekking tot ongewenst gedrag.

Deze gedragscode is van toepassing op:

Het personeel van Scwo,
Andere personen die in opdracht van de stichting werkzaam zijn, zoals vakkrachten, begeleiders, vrijwilligers, stagiairs, uitzendkrachten en ouders
Bezoekers van Scwo.

Gewenst gedrag houdt in dat:

wij ons professioneel gedragen,
wij ons op een positieve manier inzetten,
wij sociaal zijn: we naar elkaar luisteren en hulp aanbieden,
wij ons vriendelijk gedragen,
wij beseffen dat iedereen anders is,
wij ons collegiaal gedragen,
wij samenwerken en
wij elkaar aanspreken op ongewenst gedrag.

Ongewenst gedrag is:

– Seksuele intimidatie: ongewenste seksuele toenadering in de vorm van verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag (waaronder internet).

– Agressie en geweld: het pesten, psychisch of fysiek lastigvallen, bedreigen of aanvallen van anderen.

– Discriminatie: het in enigerlei vorm doen van uitspraken over, het verrichten van handelingen jegens of het nemen van beslissingen over personen die beledigend zijn voor die personen vanwege hun ras, godsdienst, geslacht, leeftijd, handicap, levensovertuiging en/of seksuele geaardheid dan wel het maken van enig onderscheid op basis van deze factoren.

– Vandalisme: het met opzet vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken van andermans bezittingen.

– Diefstal: het heimelijk wegnemen of zich onrechtmatig toe-eigenen van andermans bezittingen.

Ongewenst gedrag wordt niet geaccepteerd. Op ongewenst gedrag volgen sancties. Deze sancties zijn afhankelijk van de ernst van het gedrag. Een klacht kan ingediend worden bij het bestuur. Het bestuur bepaalt wie de vertrouwenspersoon zal zijn. De keuze voor een bepaald vertrouwenspersoon is ten eerst afhankelijk van welke functie de klager bekleedt en ten tweede afhankelijk van de aard van de klacht.